Refereren: hoe refereer ik naar wetgeving als niet-jurist.e?

Voor een scriptie in juridische opleidingen zijn er strikte richtlijnen voor het refereren naar wetgeving. Maar wat als je wilt refereren naar wetgeving in een scriptie niet in kader van een juridische opleiding?

  • Consistente referentiestijl: Gebruik dezelfde referentiestijl om te refereren naar wetgeving en andere bronnen. Vaak is dat APA, Harvard of IEEE maar dit kan ook een andere referentiestijl zijn. Wat telt, is dat je niet hier de ene stijl gebruikt en daar de andere.
  • Consistent woordgebruik: Gebruik ook telkens hetzelfde woord voor hetzelfde type wetgeving en wees precies. Schrijf niet zomaar "het decreet" maar specifieer over welk decreet je spreekt.
  • Verkorte titel in de tekst, volledige titel in de referentielijst: In je lopende tekst gebruik je een verkorte titel van de wetgeving. Op die manier doorbreek je het ritme van je tekst niet. In de referentielijst moet je echter wel de volledige titel opgeven. Hieronder enkele voorbeelden uit Pollefliets "Scoren met je scriptie".
    • Vb. in de tekst met verkorte titel: "... (Decreet, 2006, 27 oktober)..."
    • Vb. in de referentielijst met volledige titel: "Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming."
    • Vb. in de tekst met verkorte titel: "... (Art. 3.167, BW)..."
    • Vb. in de referentielijst met volledige titel: "Titel 7. - Erfpachtrecht Ondertitel 1. - Definitie, voorwerp en duurtijd - Art. 3.167. Definitie"
    • Vb. in de tekst met verkorte titel: "... (Art. 5.2.2.5.1)..."
    • Vb. in de referentielijst met volledige titel: "Subafdeling 5.2.2.5. Inrichtingen voor het opslaam en behandelen van gevaarlijke afvalstoffen en bedrijfsavealstoffen, niet elders vermeld, Art.  5.2.2.5.1. De aanvaarding van afvalstoffen"

Bronvermelding

Pollefliet, L. (2022). Scoren met je scriptie. Gent: Owl Press.

 

Meer tips


Laatst aangepast 17 januari 2024 11:58